Experimenteren om vooruitgang te boeken

Benoît Rigolle, melkveehouder in Hallencourt in de Somme, stelde zijn bedrijf open voor een bezoek tijdens de vijftiende bijeenkomst ‘Les Hivernales’, georganiseerd door Avenir Conseil Elevage. Het thema was ‘Eiwit en melkproductie’. Tijdens een afwisselende presentatie met de adviseurs van de coöperatieve, gaf hij uitleg zijn parcours naar een melkveerantsoen op basis van maïs, mengteelten, luzerne en beweiding.

Toen hij zich in 2002 met zijn ouders aansloot tot de GAEC, had de boerderij een oppervlakte van 115 hectare en een productie van 315 000 liter melk van Holsteinkoeien. Benoît was terug van een stage in Quebec in een bedrijf waarbij er meer dan 10 000 liter melk per koe geproduceerd werd. "Dat was voor mij toen de uitdaging," zegt hij. Maar een uitspraak van de Québecquois bleef in zijn hoofd spoken: "Wij produceren soja maar geven het niet aan de koeien. Jullie geven er teveel!". In 2004 werd het veevoer gemengd met een weegsysteem.  In datzelfde jaar wordt de voedergang afgedekt en wordt de voedergift in de melkstal verwijderd. Het nieuwe rantsoen en de verbetering van het comfort doen de melkproductie stijgen met 1 500 liter melk per koe.

Het begint bij de bodem
Benoît Rigolle zegt het zelf: "Ik ben gepassioneerd door de landbouw, bodemvruchtbaarheid is hierbij essentieel". Volgens hem moet je eerst de voeding voor de bodem berekenen vooraleer je een melkveerantsoen berekent. Om de bodem te verrijken wordt het maïsstro op de grond achtergelaten. Hierin wordt een groenbemester direct ingezaaid om het organische stofgehalte in de bodem te verhogen. De luzerne wordt via directzaai ingezaaid en als kuil of in pakken gebruikt.  Mengteelten zijn een teelt op zich. Voldoende rotatie is vereist. Een proef met mengteelten vóór de maïs gaf aan dat de maïs te gevoelig werd voor de klimatologische onzekerheden. De maïs werd te laat ingezaaid.

In 2006 besloot Benoît om niet meer te ploegen omdat hij met leemgrond werkt. "Een van de ploegen ging rechtstreeks naar de schroot en de andere werd verkocht", glimlachte hij. Het is belangrijk om te weten hoe je bodemvruchtbaarheid kunt behouden en de werkgangen kunt beperken. "Bij de EARL Saint Michel zaait men altijd ruwvoer voor het vee. Ook met een beperkte voorraad is er nog voldoende voeder voor de dieren. Het doel van het teeltplan is de voedervoorraad voor het vee verzekeren.

Hoewel de bieten nog steeds deel uitmaken van het teeltplan, zou Benoît Rigolle ze liever vervangen door 20 koeien, wat hem in staat zou stellen een fulltime werknemer aan te werven.

Een redelijk vast inkomen
De goede gronden van de boerderij laten toe om vlas en aardappelen te telen. De melkstal was ondertussen 35 jaar oud. Benoît kon dus kiezen om te stoppen met de melkproductie. Maar dat deed hij niet omdat hij vond dat de gronden door bepaalde teelten werden uitgeput, en omdat hij op dat moment een redelijk vast inkomen had dankzij de melkproductie. Met een bruto marge van 1 500 eur/ha in een slecht jaar, vindt hij dat andere gewassen minder winstgevend zijn als gevolg van de kosten voor mechanisatie. Hij voelde zich als landbouwer gedomineerd door industriëlen die alles beslissen.

Na zijn studies in Normandië, besloot Benoît in 2011 om 6 Normandische vaarzen aan te kopen. Het was voor hem een goede compromis tussen melk- en vleesproductie. Dit zorgt voor een goede valorisatie van het gras en de Normandische koeien compenseren voor een deel het verlies van de afgeschafte PAC- premies. Ten slotte wordt de coherentie van het systeem gerespecteerd. Het zou niet logisch zijn om te werken aan de voederautonomie en extra voeder te moeten aankopen door te veel dieren te houden!

Mengteelten op het menu
Op de EARL Saint Michel is de grond minder vruchtbaarheid. Benoît erkent dat hij de fout maakte om de Normandische koeien op dezelfde wijze te voederen als de Holsteinkoeien die veeleisender zijn voor eiwitten. De melkveehouder heeft daarom besloten om zich enkel te concentreren op het Normandische ras, met ondersteuning van een fokschema. Hij probeert de kalvingen in het voorjaar te bundelen.

Al meerdere jaren gebruikt Benoît luzerne en mengteelten om zijn kudde te voederen. De laatste tijd werd hij er zich van bewust dat het aandeel granen te groot was. Het volume was er, maar er moest teveel krachtvoer bijgegeven worden.  Momenteel worden de tussenteelten meestal eind oktober ingezaaid om te oogsten eind april/begin mei. Deze mengteelten zijn samengesteld uit 80% vlinderbloemigen (erwten, veldbonen, wikken) en 20% haver. Als de tussenteelt in juli na gerst wordt gezaaid, wordt de haver vervangen door zonnebloemen.

Het rantsoen bestaat uit de 1/2 maïskuil en 1/2 met mengteelten en luzerne. Het doel is om 1/3 maïs en 2/3 mengteelten te bereiken. Volgens Benoît zijn de melkkoeien gezonder met mengteelten waarvan de voederwaarden geëvolueerd zijn tot 20 % Totaal Ruw Eiwit en 870 VEM. Het huidige rantsoen, aangevuld met 3,5 tot 4 kg koolzaad en 5kg van deegrijp maïsgraan, laat toe om 27 kg melk/melkkoe te produceren na 7 maand lactatie.


Het weiland als belangrijk onderdeel van het teeltplan
Tegelijkertijd is er gedurende 2 à 3 jaar belangrijk werk verricht voor het verbeteren van het weilandbeheer. "Niets beter dan koeien die zichzelf voeden", zegt Benoit Rigolle. Daarom wil hij het maximum halen uit de 11 hectare weilanden die zich achter de stal bevinden. In 2016 heeft hij de bestaande percelen in 12 weiden heropgedeeld en installeerde hij leidingen om beter water te kunnen geven aan zijn dieren. Dagelijks wordt de draad opgeschoven. De koeien krijgen een aanvulling op stal indien nodig. De dieren veranderen om de 3 dagen van weide.  

Zijn eerste vastelling: hij gebruikt minder de weidebloter en wint dus tijd én er is weer klaver in de 20 jaar oude weilanden. "Dit is goedkope soja" glimlacht hij. Er zijn ook nadelen. De mest is niet goed verdeeld op de 11 hectare en er is bodemvertrappeling op sommige plaatsen, zeker op de smalle percelen.

Voor hem is het beweiden door vaarzen net zo belangrijk als door koeien. Grazen moeten ze leren. Nabij de stal richtte hij een ‘leerpark’ in. Hier kunnen ze wennen aan het buiten zijn, aan het gras grazen en aan de elektrische afrastering. Het doel is om vanaf 1 april 2019 niet langer vaarzen in de stal te hebben.

Dit alles liet hem nadenken over een project om zijn weilanden in 30 weiden herverdelen (1 per dag in de zomer). De heggen worden behouden want die zorgen voor de regulering van de temperatuur. Er worden nog 1200 meter paden aangelegd. Benoît vindt het belangrijk om te experimenten, maar wel met de mogelijkheid om wijzigingen terug te draaien.

Zijn ingesteldheid samengevat: experimenteren, eventueel fouten maken, leren van de fouten om verder te experimenteren. De herverdeling van het voederaanbod maïs, beweiding, luzerne en mengteelten op zijn bedrijf, de mogelijkheden met de bodem-klimatologische omstandigheden op zijn bedrijf, zijn voor hem de manier om met de volatiele context en de klimatologische uitdagingen om te gaan.  

Het bedrijf - algemeen
  • 1 VTE + vrijwillig handwerk
  • Loonwerk (inkuilen, mest uitrijden)
  • CUMA voor het persen stro  - Onderlinge hulp bij de oogst
  • Landbouwoppervlakte : 130 ha - Ruwvoerproductie : 57,4 ha
  • Teeltplan 2019: voldoende ruwvoerproductie verzekeren
    Teeltplan_Rigolle.PNG

 

 


Het bedrijf- melkproductie

  • Contract : 410 000 liters melk
  • 51 melkkoeien : 1/3 Normandisch ras, rest kruisingen
  • Samenstelling veestapel :
    - melkkoeien : 51
    - vaarzen – 1 jaar : 19
    - vaarzen 1 à 2 jaar : 24
    - vaarzen 2 jaar : 13
    - stieren : 6

Technische resultaten 2018
Technisch gemiddelde7 930 kg
Vet40,6 g/kg
Eiwit33,7 g/kg
Ureum213
Celgetal164 000
% van de vaarzen die voor het eerst kalven40
Tussenkalftijd448 dagen

Voor meer info / Plus d’infos
Dominique Gavillon (ACE)

Publicatiedatum / Date de publication 4/03/2019
TOP